Wat is digitaal rijden ?

Bij digitaal rijden staat er altijd de volledige spanning (in ons geval ca. 20V) op de rails. In de locomotieven zijn decoders ingebouwd, elk met een eigen adres. Via een digitale eenheid worden er nu elektronische opdrachten over de rails gestuurd.
Bijvoorbeeld gericht decoderadres 02: Ga rijden met snelheid 01. Dit is bijvoorbeeld in schaalverhouding 10 km per uur. Alleen die locomotief met het decoderadres 02 vangt deze opdracht op en begint langzaam te rijden. Er stond immers al 20V spanning op de baan. De decoder weet dat hij van de 20V maar een bepaalde stroomsterkte nodig heeft om snelheid 01 te bereiken. Daarna kan de digitale eenheid een opdracht geven aan de locomotief met decoderadres 04, die al reed, om bijvoorbeeld te stoppen.

Bijkomstige voordelen van digitaal rijden is dat je in de decoder rijeigenschappen kunt opslaan. Zo zal de locomotief, die opdracht krijgt om met snelheid 01 te gaan rijden van zichzelf meer stroom opnemen als er veel wagonnetjes achter hangen, of als de trein een helling op moet, maar zal de locomotief ook minder stroom opnemen als er een helling wordt afgereden. Bij analoog rijden zou je dit normaliter met de hand moeten bijregelen. Bij een bedrijf met meerdere locomotieven is dit eigenlijk niet meer te doen.

Naast het voordeel van de rijeigenschappen is er een automatische blokbeveiliging. Het volledige spoor is steeds opgedeeld in navolgende blokken. Als de trein naar een volgend blok moet, wordt eerst gecontroleerd of er op het volgende blok niets staat. Zo niet wordt dit blok gereserveerd en kan de trein gaan rijden. Als de laatste wagon het eerste blok heeft verlaten, wordt dat blok pas weer vrijgegeven. Op die manier worden botsingen voorkomen. Bloksystemen bestaan bij analoog rijden ook in de vorm van relaisschakelingen, maar bloksysteem-beveiliging leent zich in combinatie met bezetmelders uitstekend voor digitale aansturing. Nu worden alle digitale opdrachten en controles overgenomen door een computer programma (software) , die via de COM-poort op een extra interface (hardware) is aangesloten, die uiteindelijk op de baan is aangesloten.

Natuurlijk zijn er nog veel meer voordelen en toepassingen. Wij gebruiken voor de computer aansturing het programma iTrain van Berros/Xander Berkhout. Hieronder zie je het digitale schema, dat met iTrain is gemaakt: